Arnout Hauben: ‘We verliezen het spontane praatje’

Een paar stevige schoenen, een camera en een beetje geluk: veel meer heeft Arnout Hauben niet nodig om 'Dwars door de Lage Landen' te maken. Daarin wandelt hij van verhaal naar verhaal. ‘Ik ben nog niet uitverteld.’

Waarom Arnout Hauben opnieuw zijn wandelschoenen heeft aangetrokken voor een tocht van duizend kilometer door Nederland en Vlaanderen? Het antwoord op die vraag is simpel. “Ik was nog niet uitverteld”, zegt de Vlaamse documentairemaker. “Ik maak vaak televisieprogramma’s in verre landen, maar als je mensen in je eigen taal spreekt, heb je toch het gevoel dat je dichter bij de essentie komt.” In het eerste seizoen van Dwars door de Lage Landen liep – of, op z’n Vlaams: stapte – hij samen met cameraman Philippe en geluidsman en dronebestuurder Ruben van Oostende aan de Belgische kust naar Pieterburen in het noorden van Groningen. Deze keer trekt het drietal van Lauwersoog naar de Vlaamse kustplaats De Panne. Onderweg gaan ze op zoek naar mooie verhalen van mensen uit de streek. Arnout bereidt de reis goed voor. “We maken voor vertrek een op maat gemaakte reisgids, van ieder dorp waar we langstrekken weet ik of het vroeger aan zee lag, of er een zeldzame vogelsoort voorkomt of dat er een bijzondere kerk staat. Eenmaal daar ga ik op zoek naar mensen die me daar iets over kunnen vertellen.”

Geen afspraken

Van tevoren bellen om een interviewafspraak te maken is misschien efficiënt, maar het past niet bij Haubens stijl. Zijn wandeldocumentaires draaien om toevallige ontmoetingen, dat was ook het recept voor de series Dwars door België, Rond de Noordzee en Dwars door de Middel-landse Zee. De eerste stappen zijn het moeilijkst: “Ik vertrek altijd met een gevoel van onrust. Komt het wel goed, gaan we mooie verhalen vinden? Dat had ik ook deze reis weer. We kwamen de eerste twaalf kilometer helemaal niemand tegen en de eerste boer die we zagen, werd kwaad op ons. Gelukkig draaide hij bij toen hij merkte dat ik het niet over stikstof wilde hebben, maar dat we gewoon een plekje zochten om uit de wind onze boterham op te eten.” Arnout richt zich bewust niet op de actualiteit. “Praten over geschiedenis is veiliger én interessanter. Pas dan kun je echt de verbinding voelen.”

Het hele interview leest u in KRO Magazine 16. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Elselien van Dieren