Column Leo Fijen: Vrij

Leo Fijen is hoofdredacteur Journalistiek en Levensbeschouwing bij KRO-NCRV. In KRO Magazine schrijft hij wekelijks een column over zaken die hem opvallen of bezighouden. Deze week: vrijheid.

Door onze vaste columnist Leo Fijen

De laatste jaren heb ik het meer dan eens gedaan, op weg naar Bloemendaal aan Zee. Gewoon even stoppen op de zeeweg en de auto aan de kant zetten om verder te lopen naar de begraafplaats in de duinen. Daar liggen de mensen die hun leven gegeven hebben voor de vrijheid.

Het is er stil rondom de graven. Her en der liggen bloemen. Soms is een graf geadopteerd door een schoolklas. Dan zijn tekeningen, flarden tekst en rozen de stille getuigen van verbondenheid tussen de doden en de kinderen.

Die verbondenheid ontroert me telkens weer en laat me zien dat de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog niet voor niets gestorven zijn. Ze leven verder, in hun gevecht voor de vrijheid en in hun droom naar een betere wereld.

Ze leven voort in kinderen, in wandelaars, in strandgasten en in toevallige voorbijgangers. Ik ben zo’n passant als ik langs de graven loop. Ik lees de namen. Ik zie dat vaders en zonen bij elkaar liggen. Ik ontdek dat drie broers voor de vrijheid zijn gestorven. En ik kijk naar het graf van vrouwen die in het verzet hebben gezeten.

De wind waait daar in de duinen van Bloemendaal altijd harder, de stilte voelt op deze plek ongemakkelijker, de zon probeert steeds weer de pijn te verzachten. Soms doen ook de teksten op de graven dat.

Meer dan eens is er de verwijzing naar de eeuwigheid. Ik weet niet of zo’n tekst de nabestaanden heeft getroost. Ik weet wel dat een man als Titus Brandsma in zijn geloof de kracht heeft gevonden om de bezetter te weerstaan.

Deze karmeliet had de moed om kranten te vragen geen NSB-teksten te publiceren. Hij moest dat uiteindelijk bekopen met de dood. Hij wist dat dit zijn lot kon zijn, maar hij was daar niet bang voor.

Hij knutselde in kamp Amersfoort een rozenkrans uit knopen en weggegooid touw. Met die gebeden zocht hij Christus in zijn hart en vond hij de vrijheid in de ellende van de gevangenschap. Zo is hij gestorven, vernederd en gemarteld, maar innerlijk vrij.