Column Leo Fijen: Relationeel

Leo Fijen is hoofdredacteur Journalistiek en Levensbeschouwing bij KRO-NCRV. In KRO Magazine schrijft hij wekelijks een column over zaken die hem opvallen of bezighouden. Deze week: relationeel.

Door onze vaste columnist Leo Fijen

Mensen zijn relationele wezens. Wij zijn bedoeld om in relatie tot elkaar te leven en in de ogen van de ander te ontdekken wie wij zelf zijn. En in die relatie kunnen we naderen tot het geheim van ons leven: dat in die ander ook de Ander kan oplichten.

Ik hoor dit zo vaak vanaf de preekstoel, ik lees dit in christelijke geschriften en ik zie het in prachtige video’s.

Maar weet ik ook echt van binnen dat ik die ander nodig heb? Ervaar ik werkelijk dat ik niet kan leven zonder de adem van de ander? En wanneer komt dat wonder tot me in het bestaan van alledag?

Soms gebeurt het, soms zijn er momenten dat ik de preekstoel en de vrome praatjes niet meer nodig heb. Dan zie ik het met eigen ogen gebeuren. Niet bij grote mensen, maar bij mijn eigen kleinkinderen.

De jongste logeerde laatst een nacht bij ons, zonder zijn grotere broer. De kleinste is nu anderhalf jaar, zijn broer is inmiddels ruim vier jaar.

Ze hebben allebei nog geen weet van de preekstoel, ook al heeft de oudste op de basisschool geleerd dat Jezus voor alle mensen zorgt en ook al kan hij zelfs danken voor de afgelopen schooldag met biddende handen en gesloten ogen.

Fedde zit op een oecumenische school waar geloof nog hardop beleden wordt. Sam hoeft nog niet naar school en logeert geregeld bij ons. Net als die vrijdag een paar weken geleden.

Hij wist niet dat zijn oudere broer bij de andere oma zou logeren. Dus hing Sam op de bank en keek hij uit het raam of hij Fedde al uit school zag komen. Hij miste zijn broer en begon steeds vaker zijn naam te brabbelen.

Toen het wel erg lang duurde, veerde kleine Sam zelfs bij het kraken van de huisdeur op omdat hij dacht dat Fedde binnen zou komen.

Sam weet niets van God, heeft nooit over relationele wezens gelezen of gehoord. Maar hij miste zijn oudere broer en maakte mij duidelijk: een mens is bedoeld in relatie tot de ander.

Door mijn kleinzoon weet ik het weer diep van binnen zeker.