Column Leo Fijen: Zwarte Paus

Leo Fijen is hoofdredacteur Journalistiek en Levensbeschouwing bij KRO-NCRV. In KRO Magazine schrijft hij wekelijks een column over zaken die hem opvallen of bezighouden. Deze week: Zwarte Paus

Door onze vaste columnist Leo Fijen

Op zondagmorgen ontving ik het bericht dat hij gestorven was, een groot mens. Zijn naam is Peter-Hans Kolvenbach, bijna 88 jaar geleden geboren in Druten en gestorven in Beiroet vlak voor de eerste zondag van de advent.

Zijn hart lag in het Midden-Oosten, maar zijn bekendheid ontleende hij aan Rome. Daar was hij een kwarteeuw generaal-overste van de jezuïeten. En daarmee was hij een invloedrijk mens. Want hij was de baas van de grootste religieuze congregatie en hij had direct toegang tot de paus. Daarom werd hij ook wel de zwarte paus genoemd.

Ik ontmoette hem voor het eerst in 1985. Ik deed toen verslag van een wereldwijde bijeenkomst die vergaderde over de doorwerking van het Tweede Vaticaans Concilie. Hij liep twee keer op een dag naar de vergaderzaal. Op het Sint-Pieters plein schoot ik hem aan en gaf hem mijn blaadje met vragen. Dat kreeg ik de volgende dag terug met zijn antwoorden.

Meer dan twintig jaar later mocht ik hem voor tv interviewen, bijna een uur lang. En die ontmoeting zal ik nooit meer vergeten. Want deze invloedrijke Nederlander was een en al bescheidenheid en wijsheid. Als opdracht voor de toekomst zei hij in 2007 al dat we allen een bekering van hart nodig hebben om wereldwijd meer voor de ander en met de ander te kunnen doen. En hij noemde de verscheidenheid van culturen en volken een verrijking.

Maar het drama van onze tijd is dat we deze verscheidenheid gebruiken om met elkaar te vechten en elkaar te haten. Deze verscheidenheid is een gift van Schepper, zo wist hij zeker. Voor de dood was hij niet bang . Want hij leefde tot meerdere eer en glorie van God. Daarom was de dood van vermoorde jezuïeten voor hem een hoogtepunt. Ze hadden hun leven gegeven voor hun naaste en voor God. En daarom was hij in de oorlog van Beiroet ook nooit bang. Want na een verschrikkelijke nacht vliegen de vogels weer in het rond. Ik bid en hoop dat deze vogels ook nu het hoogste lied zingen en dat Peter-Hans Kolvenbach mag meemaken waar hij voor heeft geleefd: God in de ogen zien.