Henkjan Smits: ‘Ik draai iedere dag iets van The Beatles’

Ooit was Henkjan Smits vermaard Idols-jurylid. Inmiddels helpt hij anderen als coach, geniet hij van zijn familie en is hij dagelijks te horen op NPO Radio 5. Deze week als stem van de nostalgische Evergreen top 1000.

De Evergreen top 1000 bestaat uit favoriete popnummers van de luisteraars van NPO Radio 5. Aan welke criteria moet zo’n evergreen voldoen?

“De lijst bestaat sinds 2008. Eerst vond men dat de liedjes minstens twintig jaar oud moesten zijn. Dat hoeft al lang niet meer; onze luisteraars stemmen op liedjes die eeuwigheidswaarde voor hen hebben. Dat is het enige criterium. De afgelopen twee jaar stond ‘Roller coaster’ van Danny Vera bij ons op nummer 1 en daar was kritiek op. Want hoezo heeft zo’n jong nummer eeuwigheidswaarde? Dat moet natuurlijk nog maar blijken.”

Wat zijn voor jouzelf belangrijke nostalgische nummers?

“Elke dag draai ik iets van The Beatles. Met name Lennon en McCartney waren compositorisch en qua arrangementen zulke genieën, samen met hun producer George Martin. Ik denk dat geen andere band daaraan kan tippen. Ik vind ‘While my guitar gently weeps’ een van de beste liedjes ooit gemaakt. Geschreven door de onderschatte Beatle George Harrison. Met die geweldige gitaarsolo van Eric Clapton erin.”

Hoe zou je jouw jeugd typeren, los van de muziek?

“Liefdevol en zorgeloos. Ik ben geboren in Almelo. Daar ben ik in de jaren 60 opgegroeid met mijn ouders en mijn zus, totdat we op mijn negende naar het Gooi verhuisden. Mijn vader was eerst directeur van een confectiebedrijf, maar toen de textiel- en confectie-industrie in Twente ten onder ging, zag hij zijn toekomst in duigen vallen. Hij dacht dat hij alles zo goed voor elkaar had dat zelfs mijn zus en ik nooit meer hoefden te werken voor ons geld. Uiteindelijk heeft hij tot zijn pensioen moeten doorwerken om zelf te kunnen overleven. Dat vond hij verschrikkelijk, en mijn moeder ook. Mijn zus en ik hebben nauwelijks iets van hun zorgen meegekregen, wij zijn heel liefdevol en respectvol opgevoed. Het was echt een zorgeloze tijd voor mij. Ik heb mijn ouders wel extra zorgen gegeven toen ik vanaf mijn vijftiende in bandjes ging spelen en in aanraking kwam met de subculturen van de popmuziek.”

Het hele interview leest u in KRO Magazine 46. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Ernest Marx