Leo Fijen was tot november 2019 hoofdredacteur Levensbeschouwing bij KRO-NCRV daarna is hij deels met pensioen gegaan en zal hij als presentator aanblijven en adviezen geven aan de directie op het gebied van levensbeschouwing. In KRO Magazine schrijft hij wekelijks een column over zaken die hem opvallen of bezighouden.
Soms word je geroepen, meerdere keren achter elkaar. En juist dan heb je het gevoel dat je niet zomaar een mailtje of een belletje krijgt, maar dat je diepste stem zich tot je richt. Zo kreeg ik anderhalf jaar geleden mijn eerste mailtje en werd ik geroepen om in actie te komen. Een kennis uit de straat van mijn jeugd meldde zich met een opmerkelijk verzoek: of ik belangstelling had voor de maquette van de kerk in Haarlem-Noord, die van Petrus en Paulus.
Ik wist niet hoe snel ik moest reageren. Want die kerk is me zo dierbaar. Daar was ik misdienaar, daar zong mijn vrouw in het meisjeskoor, daar werd ik gekozen in de parochievergadering, daar is het geloof bij me gebleven. Ik heb daar zoveel aan te danken. Als ergens de roeping om te werken in en voor de kerk tot me is gekomen, dan was het daar. Ik schreef er ook mijn eerste verhalen in het parochieblad. We trouwden daar, één van onze kinderen werd er gedoopt.
In 1993 is de kerk gesloten, drie jaar later gesloopt. Een wijwatervat uit die kerk staat bij ons in de tuin om de zegen van boven op te vangen. Dat is een dierbare herinnering. Maar nog veel mooier is een kopie in het klein van de kerk van mijn jeugd. Daarom mailde ik de zoon van de maquettebouwer. Hij reageerde positief, meerdere keren. Maar daarna werd het stil. Ik vreesde het ergste en zag de maquette al liggen bij het vuilnis van de gemeentewerf.
Totdat ik door de schoondochter van de maquettebouwer werd gebeld. Haar man was toch nog heel plotseling overleden, in diens telefoon had ze mijn bericht en mijn nummer gevonden. We beloofden later in het jaar weer contact op te nemen. Maar ik raakte haar nummer kwijt en voelde me schuldig daarover. Tot vorige week, de schoondochter belde uit het niets. Ze riep me weer: of ik naar Waalre wilde komen. Dat heb ik gedaan en de kerk van mijn jeugd opgehaald. Die pronkt nu bij ons in de achterkamer. Met dank aan de roepstem die vier keer klonk en om aandacht bleef vragen. Engelen bestaan echt, ze blijven over je waken. Niet alleen in mijn leven, maar hopelijk in dat van iedereen, zeker in deze donkere dagen voor Kerstmis.