Leo Fijen was tot november 2019 hoofdredacteur Levensbeschouwing bij KRO-NCRV daarna is hij deels met pensioen gegaan en zal hij als presentator aanblijven en adviezen geven aan de directie op het gebied van levensbeschouwing. In KRO Magazine schrijft hij wekelijks een column over zaken die hem opvallen of bezighouden.
Op de dag van de verkiezingen was ik samen met de koster als eerste in onze kerk. Al om half zeven in de ochtend ging bij ons in de Mantel van Sint Maarten het licht aan. Want we zijn deze dag van de democratie stembureau voor twee wijken.
We zijn vroeg uit de veren. En toch zijn we niet alleen. Want we hebben de deuren van onze kerk nog niet geopend voor kiezers of de eerste glipt al binnen. Dat is ook onze trouwste kerkganger. Ze heeft geen naam, ook al ziet ze er prachtig uit. Witte vacht met mooie bruine vlekken, verspreid over haar hele lichaam. Het is onze dorpspoes. En niemand weet van wie dit mooie diertje is. Maar ze is er altijd. Waar mensen zijn, daar is zij ook. Op het voetbalveld, bij de tennisvereniging en rond het dorpsplein.
Ze is overal en nergens, steekt over zonder te kijken en heeft al heel vaak haar vege lijf gered. Misschien heeft ze wel een beschermengel. Maar de ochtend van het feest van de democratie ruikt ze al waar veel mensen zullen samenkomen. In het donker zie ik haar lopen en denken: de deur staat open, ik ben welkom in de Mantel van Sint Maarten. Zoals ze ook op zondag door heeft waar ze moet zijn.
Misschien weet ze hoe laat het is omdat de klokken geluid worden, want zomer en winter, lente en ook deze herfst is ze van de partij. Ze maakt er een sport van om binnen te glippen met de andere kerkgangers en vindt het geweldig om langs het altaar te lopen.
Het liefst ligt ze straks weer in de kerststal, onze trouwste kerkganger, lekker warm bij kindje Jezus en bij Jozef en Maria. Ze misstaat niet bij de herders in het veld, met de schaapjes daaromheen. We hebben haar nog geen naam gegeven, maar we weten wel dat deze poes katholiek is. Want hoe vaak we haar ook voor de viering buiten zetten, ze komt steeds weer terug. Dat is haar charme, een zwerfkat die welkom is, zonder doop of ander sacrament. Dat willen wij ook niet, want ieder die je doopt in de kerk zie je nooit meer terug.
Onze trouwe kerkganger mag blijven, met de zegen van boven. Dat is meer dan genoeg.