Tom Egbers: ‘Ik geniet nu intenser van voetbal’

Natuurlijk heeft dit WK voetbal een nare bijsmaak, gezien de omstandigheden in Qatar. Toch kan Tom Egbers een mooie wedstrijd of knappe goal nog steeds waarderen. Misschien nog wel meer, na zijn hartinfarct in 2019. ‘Alles staat veel minder vast dan voorheen.’

Wat wordt jouw specifieke taak?

“De dagelijkse berichtgeving rondom het Nederlands Elftal. Ik zal me ervan bewust moeten zijn dat het in Qatar is, maar dat is een gekoeld stadion aan de rand van de woestijn niet moeilijk. We zijn de ooggetuigen: ik sta of met Rafael van der Vaart of Pierre van Hooijdonk op een platform op de tribune en niet in een studio. Zo laten we zien dat dit ook voor ons geen gewoon WK is.”

Waarin zit voor jou de romantiek nog als het over voetbal gaat?

“In de droom van een jonge speler die hoopt te kunnen schitteren op een WK. En dat gaan we nu toch weer zien: jongens die vijf minuten voor tijd de winnende goal maken, waardoor hun leven zal veranderen. Hoe je het wendt of keert, er wordt daar een toernooi gespeeld en als de aftrap is genomen wil een voetballer winnen. Maar in de dagen tussen de wedstrijden wordt hij geconfronteerd met het land waar hij speelt en krijgt hij daar vragen over tijdens persconferenties.”

Je bent onlangs 65 geworden; wordt dit jouw laatste WK?

“Als liefhebber hoop ik er nog een stuk of zes te mogen meemaken. En in 2026 hoop ik nog te werken. Daar ga ik na dit WK over nadenken. Ik heb in 2019 een tegenslagje gehad met mijn hartinfarct. Ik ben toen geconfronteerd met het feit dat het zomaar afgelopen kan zijn. En in welke wereld leven we over vier jaar? Alles staat veel minder vast dan voorheen. Een gevolg is wel dat ik overal intenser van geniet. Van het voetbal, van een roodgeel gekleurd herfstblad of, zoals eergisteren, van een theatervoorstelling. De gedachte dat deze jonge mensen nog veel mooie dingen gaan maken, ontroerde me.”

Het hele interview leest u in KRO Magazine 47. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Bram de Graaf