Vier jaar geleden spraken we elkaar ook voor KRO Magazine. Toen liet Van den Brink weten dat de gesprek ken met BN’ers die geloof en kerk achter zich hebben gelaten, hem persoonlijk niet onberoerd lieten. “Mijn beeld van het geloof is diffuser geworden. Maar tegelijk wil ik niet zonder.” De mailschrijver die profeteerde dat de presentator binnen vijf jaar zijn geloof zou zijn kwijtgeraakt, kreeg vooralsnog ongelijk.
Geldt dat ruim zes jaar na de eerste uitzending nog steeds?
“Ja, al vind ik het best wel moeilijk om te blijven geloven. Volgens mij is het veel makkelijker om te stoppen. De tekenen voor Gods aanwezigheid in de wereld liggen voor mij niet voor het oprapen. Ik zie het niet elke dag gebeuren. Ik kan het niet steeds aanwijzen: kijk, daar gebeurt het, kijk, dat was God. De ver leiding om te zeggen dat we het ons allemaal inbeelden, voel ik ook. Volhouden en blijven zoeken naar Gods aanwezigheid is lastiger dan afhaken. Dat kan ook, maar dat doe ik niet.”
Omdat je je er dan te makkelijk van afmaakt?
“Dat zou een te makkelijk oordeel zijn, omdat heel veel mensen ermee geworsteld hebben voordat ze afscheid van het geloof of de kerk namen. Maar voor mijzelf vind ik het een minder grote uit daging om ermee te stoppen dan om door te gaan. Ik hoor niet bij het soort christenen dat zegt dat het logisch is om te geloven. Ik hoor bij de categorie die zegt: en toch geloof ik het, ondanks alles blijf ik geloven. Ik vind het christelijk geloof geen logisch verhaal. Ik kan niet zeggen: als je maar goed nadenkt, word je vanzelf christen. Nee. Tegelijk zie je dat wereldwijd miljoenen mensen geïnspireerd door het christelijk geloof heel mooie dingen doen voor andere mensen. Het is dus wel een sterk verhaal.”
Wat het geloof er ook niet eenvoudiger op maakt, is de vraag die hem de laatste tijd steeds meer bezighoudt: hoe moet je al die verschillende verhalen in de Bijbel lezen?
“Ik kom uit een traditie waarin je de Bijbel van kaft tot kaft las. De schepping was precies in zes dagen gebeurd. Nou, dat geloof ik niet meer. De lijfelijke opstanding van Jezus uit de dood wél; dat is een soort grens waar ik niet overheen wil. Maar daartussen zit een wereld van verhalen, gedichten en liederen, waarvan ik heel vaak niet weet: is dit nou geschiedenis, allegorie of poëzie? Daarin ben ik me wel aan het ontwikkelen.”
Het hele interview leest u in KRO Magazine 42. Bent u geen abonnee maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.
Tekst: Bert van der Kruk