Prinses Irene: ‘Ik ben nieuwsgierig naar wat hierna komt’

Een koninklijke gast in De verwondering. Annemiek Schrijver ontvangt prinses Irene van Lippe-Biesterfeld, die onlangs haar tachtigste verjaardag vierde. We spraken haar voor de opnames over het leven, de natuur, ouderdom en de dood. ‘Oud zijn vind ik een kwestie van acceptatie.’

Als u terugkijkt op uw leven, hoe ziet u uzelf dan?

“Ik was een verlegen kind. Verlegenheid is iets wat je niet gauw overwint. Door hard aan mezelf te werken heb ik mezelf een beetje leren kennen en is het me gelukt om blokkades in mezelf op te lossen. Ik heb heel lang niet durven zeggen wat ik belangrijk vind. Ik voelde als kind al dat in het leven alles met elkaar samenhangt. We zijn als mensen deel van een geheel waarbij liefde de drijfveer is achter alles. Ik heb lange tijd niet durven praten over mijn innerlijke weten, over mijn verbinding met de natuur. Het was zó teer voor me en zó waar en zó heilig. Ik was bang dat die innerlijke schat kapot zou gaan door erover te spreken. Naarmate ik ouder werd en zekerder van mijzelf is die openheid gegroeid. Het heeft me meer vrijheid gegeven om niet meer zo op mijn hoede te zijn: het kan me steeds minder schelen wat anderen vinden. Ik waardeer gesprekken met mensen die nadenken over de grote vragen van het leven en dorst hebben naar inhoud en waarheid.”

Gelooft u dat er iets na dit leven zal zijn?

“Laat ik beginnen met te zeggen dat ik het fijn vind om te weten dat er een einde is. Natuurlijk ben ik wel bang om heel ziek te worden en ik ben ook bang voor het lijden. Maar bang voor de dood ben ik niet. Ik ben nieuwsgierig naar wat hierna komt. Mijn zusje wéét het al. Hoe dan ook houdt het niet op met de dood. Ik kan me er geen voorstelling van maken, maar ik weet wél dat we doorgaan als ziel. Ik moet vaak denken aan een uitspraak van Elisabeth Kübler-Ross, de Zwitsers- Amerikaanse psychiater. Zij studeerde als arts af in Zwitserland en werd vooral in Amerika beroemd om haar pionierswerk rond stervensbegeleiding en de verschillende fasen van rouwverwerking. Zij zei: ‘Onze moeders halen ons op’. Of dat zo is weet ik niet, maar ik wil het graag geloven. Ik ga ervan uit dat we daar worden opgevangen door lieve wezens.”

Het hele interview leest u in KRO Magazine 39. Bent u geen abonnee maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Martje van der Heijden