Mark Tuitert: “Ik heb geaccepteerd wie ik ben”

Het team is compleet. Naast Rintje Ritsma en Erben Wennemars analyseert Mark Tuitert dit seizoen enkele wedstrijden voor 'Studio sport'. “Ik heb een andere kijk op schaatsen.”

Het analistentrio bij Studio sport lijkt dit seizoen met de komst van Mark Tuitert helemaal compleet: naast de geestdriftige sprintkampioen Erben Wennemars en de nuchtere allround-koning Rintje Ritsma is daar nu ook Mark Tuitert; de grillige knokker die zijn moment van glorie beleefde op de Olympische mijl in Vancouver in 2010.

Wat voeg jij als schaatsanalist toe, denk je?

“Erben en Rintje zijn jongens die over een langere periode heel goed waren. Ik weet vooral wat het is om toe te werken naar één moment. Keuzes durven maken en uiteindelijk pieken. Dat maakt mijn kijk op schaatsen anders. Het psychologische spel daarachter is mooi. De
een staat vier weken voor een grote wedstrijd te stralen en lijkt iemand van wie iedereen denkt: die gaat het doen. Maar misschien moet je juist kijken naar die gast die zo loopt te worstelen. Misschien staat díe over vier weken wel op nummer een. Dat spel, dat fascineert me.”

Elke topsporter kent voorspoed en tegenslag, maar Mark Tuitert kreeg wel érg veel narigheid voor z’n kiezen: te hard getraind, blessures, valpartijen, de ziekte van Pfeiffer, de scheiding van zijn ouders en een slecht functionerend team maakten dat Tuitert niet echt uit de startblokken kwam. Met als dieptepunt de gemiste Olympische Spelen in 2002 en 2006. Het dwong hem tot keuzes maken en tot wat hij noemt ‘het omarmen van zijn donkere kanten.’

Wanneer besefte je dat er iets moest veranderen?

“Toen ik in 2006 de Spelen miste, terwijl ik me fysiek eigenlijk prima voelde. Er waren te veel dingen om me heen waar ik geen controle over had. Zo stond ik – als oudste zoon – lange tijd tussen mijn ouders in tijdens hun ruzies, en de vechtscheiding die volgde. Ik wilde helpen, heb de neiging om overal in te duiken, maar ik moest leren om afstand te nemen. Ik ben op zoek gegaan naar een andere manier van omgaan met mijn ouders. Ik moest accepteren wie ik ben: ik bén geen mediator en ik ben óók geen Shani Davis. Uiteindelijk leerde ik dat ik gewoon Mark Tuitert ben. Wat ík goed kan, is snoeihard trainen en strak vasthouden aan een plan. Oók als iedereen denkt: dat wordt niks meer. En dat hebben veel mensen over mij gedacht. Ook leerde ik hoe ik met de angst voor een wedstrijd moet omgaan. Als je weet wie je bent en je valkuilen en angsten kent en accepteert, kun je je volledig focussen op een wedstrijd.”

Het hele interview leest u in de KRO-gids van week 50. Bent u geen abonnee maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Bea Kastrop, beeld: Pro Shots / Henk Jan Dijks