Janny van der Heijden: ‘Ik heb zin om weer in het moment te leven’

Na een jaar vol beperkingen, kunnen we langzaam weer genieten. Deze zomer dromen we over wat er weer allemaal kan. Waarover droomt presentator Janny van der Heijden?

Waar droom je van in een wereld na corona?

“Ik ben een enorme moederkloek, dus ik ben heel graag met mijn kinderen en kleinkinderen. Elkaar weer knuffelen, samen op vakantie, naar een terras, uit eten gaan. Ik denk dat we dat allemaal hebben gemist. Dat zijn geen grote dromen, maar is wel waar het leven om draait. Ik heb net een kleinzoon gekregen. Die is in januari geboren en dat was allemaal op afstand. Voor mijn zoon en zijn vrouw was het best lastig met alle maatregelen, dus ik gun ze ook een normale beginperiode met hun kindje. En ik droom van een fijne vakantie in Frankrijk. Heerlijk met de hele familie in een huis. Hopelijk mogen we dan weer naar musea en kastelen. Want ik heb niet alleen huidhonger, ook kijkhonger. En dan wil ik na zo’n culturele dag gewoon kunnen neerploffen in een restaurant, zonder te reserveren. Corona dwong ons alles te plannen, maar ik heb zin om weer in het moment te leven.”

Ben je een dromer?

“Absoluut, ik ben een enorme dagdromer. Dan wandel ik met de hond in het bos bij mijn huis, hoor ik de vogeltjes fluiten en kan ik helemaal wegdromen. Zo kom ik los van de dagelijkse gang van zaken. Dat had ik als kind al. Dan bezocht ik kastelen met mijn ouders en fantaseerde ik dat ik er woonde, hoe het er vroeger uitzag en wie er rondliepen. Daarom kan ik me denk ik ook zo goed verliezen in boeken. Ik hou niet voor niets enorm van historische romans en heb een fascinatie voor de zeventiende en achttiende eeuw. Bij barokmuziek kan ik ook heerlijk wegdromen.”

Hoe ziet jouw droomzomer eruit?

“In ieder geval met mooi weer, zodat we lekker buiten kunnen eten. En dan niet 35 graden, want daar word je alleen maar moe van, maar lekker gematigd warm. Ik nodig graag vrienden of familie uit om samen te eten op mijn terras. Ik heb het liefst hele tafels vol met mensen. Dan kook ik allemaal gerechtjes die ik dan op tafel zet. Zodat iedereen kan blijven zitten en kan nemen wat hij lekker vindt. En zo sta ik ook niet in de keuken als het bezoek er is. Ik maak graag kleine mediterrane gerechten: gegrilde aubergine, stokjes met van alles, hartige quiches, salades. Dat vind ik veel leuker dan voor, hoofd, na.”

Het hele interview leest u in KRO Magazine 32/33. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Carlijn Schepers