Jan Terlouw: ‘Mijn deftige vader huppelde de bevrijders tegemoet’

Natuurkundige, oud-politicus en schrijver Jan Terlouw liet velen van ons door zijn boek 'Oorlogswinter' kennisnemen van de Tweede Wereldoorlog. Nog altijd zet hij zich in voor de vrijheid.

‘Wie kon zingen zong, wie kon dansen danste, wie kon jubelen jubelde.’ Zo verwoordde Jan Terlouw (88) in Oorlogswinter de vreugde tijdens de bevrijding. Die scène was grotendeels gebaseerd op zijn eigen ervaringen.

Vrijheden in het geding

Op 19 april 1945 zag Terlouw als dertienjarige Canadese tanks zijn woonplaats Wezep inrijden. “Ik stond in de voortuin van de pastorie. Opeens huppelde mijn vader uit huis, de bevrijders tegemoet. Een deftige, altijd schrijdende dominee. Ik had hem nog nooit zien hardlopen, zwemmen kon hij niet. Hij was zo onvoorstelbaar blij dat de tirannieke overheersing voorbij was. Zijn huppelen symboliseerde voor mij heel erg de waarde van de herwonnen vrijheid.” Om die vrijheid te waarborgen werd Terlouw politicus voor D66. Die partij hecht net als hij aan de idealen van de Franse Revolutie, zoals de vrijheid van meningsuiting en de ontwikkeling van het individu. Hoewel ‘in ruste’ liet hij de laatste jaren geregeld van zich horen omdat hij vond dat die vrijheden in het geding kwamen. “De vraag van deze tijd is: wat doe je als vrijheid verwordt tot vrijblijvendheid? Vrijheid van meningsuiting leidt vaak tot schelden of racisme.”

Bezinnen

Vrijheid betekent namelijk niet dat je lekker kunt doen wat je wilt. “Echt vrij ben je alleen als je je geweten kunt en mag volgen. En je niet wordt gedwongen immorele zijpaden in te slaan. De overheid moet garanderen dat haar burgers die vrijheid een goede inhoud kunnen geven. Daarom ben ik naarmate ik ouder werd steeds meer het belang van de politiek en de wet gaan inzien. Het is iets wat ons bindt en de samenleving ordent, en waarmee we op democratische wijze de wet maken. De wet regelt onze vrijheid, daarin zeggen we tegen elkaar: dit doen we wel, dit doen we niet. Op 4 en 5 mei is het goed ons te bezinnen hoe we zijn omgegaan met 75 jaar vrijheid.” Elk jaar op 4 mei spreekt Terlouw wel ergens. Opmerkelijk genoeg ziet hij steeds meer jongeren daarbij aanwezig. “Terwijl je zou verwachten dat ze zouden zeggen: ‘Hou nu eens op met dat gezeur.’ Misschien missen ze toch iets. Iets van saamhorigheid en dat ze met elkaar iets moeten oplossen. Mooi is dat in deze tijd van nood de solidariteit weer toeneemt. Zoiets gebeurde ook in de oorlog.”

Het hele interview leest u in KRO Magazine 18. Bent u geen abonnee maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Bram de Graaf