Antoinette Hertsenberg: ‘Die felheid heb ik van mijn moeder’

Consumentenprogramma Radar bestaat deze week 25 jaar en daarmee viert ook boegbeeld Antoinette Hertsenberg haar jubileum als programmamaker. Ze stort zich nog altijd onverminderd fanatiek in de ongelijke machtsstrijd tussen grote bedrijven en consumenten. ‘Iedereen verdient een eerlijke kans.’

Deze week bestaat Radar alweer 25 jaar.

“Er zijn niet veel programma’s die zo lang meegaan. Laat staan dat ze al die tijd dezelfde presentator hebben. En het feit dat we er als redactie nog steeds zo veel zin in hebben, is heel bijzonder. Dat maakt dit jubileum zeker een heuglijk feit.”

Klopt het dat u in al die tijd slechts drie keer verstek liet gaan?

“Twee keer. Vanwege mijn zwangerschap van mijn jongste kind, hij is inmiddels negentien. Hij kwam in februari ter wereld, midden in het televisieseizoen, dus ik heb toen twee weken zwangerschapsverlof genomen. Daarna presenteerde ik wel weer, alleen draaide ik even niet als fulltime eindredacteur mee. De eerste paar weken nam ik de baby gewoon mee naar de studio. Mijn visagiste vond het helemaal geweldig om op te passen zodra de uitzending begon. Overigens zijn mijn andere twee kinderen buiten het tv-seizoen geboren. Dat was iets beter geproduceerd, haha.”

Heeft u privé weleens consumentenakkefietjes?

“Als mijn wasmachine kapotgaat en er komt thuis een reparateur aanlopen, dan krijg ik uitstekende service, zodra hij mij ziet. Ik hoef maar een wenkbrauw op te trekken of ze schieten al in de stress.”

U maakte in 1994 uw tv-debuut als voorvechter van de natuur. Waarom heeft u nooit programma’s in dat genre gemaakt?

“Het kwam nooit op mijn pad. Maar weet je, ik kook ook heel graag, maar ik heb niet de behoefte om een kookprogramma te maken omdat andere mensen dat veel beter kunnen. Wat ik nu doe, past mij als een jas; zowel Radar als Dokters van morgen, wat voor mij ook een hoogtepunt is in mijn tv-carrière. Voor mij persoonlijk is de natuur wel heel belangrijk. Ik groeide op in Apeldoorn en dat grenst aan de bossen. Als student ging ik in Den Haag wonen. Toen vond ik het leuk in de stad; je hebt je vrienden en je school in de buurt. Daarna bedacht ik toch vrij snel: ik wil weer bij die bomen wonen. Dus zijn mijn man en ik na ons trouwen midden op de Veluwe gaan wonen.”

Het hele interview leest u in KRO Magazine 2. Bent u geen abonnee maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Ernest Marx