Adriaan van Dis: ‘Je mag best moeite doen voor een boek’

Het thema van de jaarlijkse CPNB-campagne Nederland Leest is ‘Over de grens’. Bij de bibliotheken kan iedereen het boek De wandelaar van Adriaan van Dis gratis ophalen. Om te lezen en over na te praten. ‘Ik pleit voor literatuur, want die laat je nadenken.’

Is het de taak van de schrijver om mensen te verontrusten?

“Nee. De schrijver heeft maar één taak: goed schrijven. Maar ik ben toevallig betrokken, ik kan het niet laten. Dat is wel eens lastig, ja. Wat doe je ermee? Jezus riep op om geld en bezit weg te geven. Hij omarmde hoeren, tollenaars, leprozen. De meeste mensen kunnen zo niet leven. Maar in den beginne was wel het woord. Boeken scheppen helderheid, veroorzaken vaak een licht ongemak. Het is goed dat je telkens weer uitgenodigd wordt tot het overwinnen van een vooroordeel. Maar je mag er best een beetje moeite voor doen. Lezen is ook een vak.”

In Amerika wordt wel aan bibliotheken gerefereerd als ‘paleizen voor het volk’.

“Ik ben ook erg voor de bibliotheek, waar toegewijde medewerkers kinderen helpen steeds een stapje hoger te gaan. Tegenwoordig is het ook een huis dat mensen helpt met de computer en het belastingformulier. Belangrijk, maar het gaat toch om de boekenschat, die ons wijzer maakt. Ik geloof nog steeds in de ouderwetse verheffing en volgens mij draagt lezen bij aan goed burgerschap. In de bibliotheken ontmoet ik leesclubs en dat is een mooi huwelijk. Ik geef er straks lezingen naar aanleiding van De wandelaar. Er ontstaan leuke gesprekken. Over het boek, maar ook over de sociale laboratoria en hoe je omgaat met veranderingen. Kun je wel iets goed doen? Is het genoeg voor het klimaat als ik de kranten naar de papierbak breng en glas naar de glasbak? Zulke afwegingen leven heel sterk. Natuurlijk lees je voor je plezier, alles mag, maar als het je helpt je te verplaatsen in een ander is dat in dit tijdsgewricht mooi meegenomen. Daarin zouden we ons moeten oefenen, want we zitten in een tijd van een geweldig overgang. In het jaar 2050 zal de helft van de Europeanen een niet-Westerse achtergrond hebben en zal de helft van de Nederlanders een andere kleur hebben dan dat rozige van nu.”

U gebruikte ooit het woord ‘verplaatsingskunde’.

“Ja, verplaats je eens in mensen die zeven keer per week hun identiteitskaart moeten laten zien terwijl ze hier zijn geboren en getogen. Mij is daar nog nooit om gevraagd! We hebben de Franse Revolutie gehad met grote veranderingen en de Industriële, en nu zitten we in een digitale revolutie. Veel meer mensen hebben dankzij de sociale media een stem gekregen, instituties wankelen en we moeten maar zien hoe sterk onze democratie is. Er zijn zo veel boeken geschreven die je inzicht geven in grote veranderingen. Dat van Ta-Nehisi Coates bijvoorbeeld: Tussen de wereld en mij. Een lange brief aan zijn vijftienjarige zoon, genadeloos eerlijk. Daarna begrijp je wat een zwart persoon meemaakt in de VS en je begrijpt de achtergrond van Black Lives Matter. Indiase historici hebben hun eigen geschiedenis beschreven en hoe zij naar ons keken. Zo weet je een beetje met wie je aan de internationale onderhandelingstafels zit en over het klimaat en de vluchtelingenstroom praat. Maar er heerst hier een dedain voor het lezen. Onze politici willen niet met een boek worden gezien. Frans Timmermans werd zelfs afgeraden om te wijzen op zijn belezenheid: het zou hem vervreemden van de kiezer! De lezende elite speelt misschien zelf ook een bedenkelijke rol. Die zegt al gauw: dit is mijn wereld, ik wil niet dat die beduimeld wordt. Maar het huis van de literatuur heeft heel veel kamers en daarin wonen zowel Baantjer als Dante.”

Het hele interview leest u in KRO Magazine 44. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Ella Weisbrod