Column Leo Fijen: Schaafwond

Leo Fijen is hoofdredacteur Journalistiek en Levensbeschouwing bij KRO-NCRV. In KRO Magazine schrijft hij wekelijks een column over zaken die hem opvallen of bezighouden. Deze week: schaafwond.

Door onze vaste columnist Leo Fijen

Hoe gaat het met je?’, vraag ik aan mijn kleinzoon van bijna vier jaar. ‘Goed’, antwoordt hij opgewekt. En hij stroopt meteen zijn broek omhoog om te laten zien dat de schaafwond op zijn knie steeds beter geneest.

Ik ben vertederd door zijn antwoord en zijn kinderlijke reactie. Alsof zijn hele gezondheidstoestand van zijn schaafwond afhankelijk is. En toch is dat precies wat er aan de hand is.

Kinderen die nog nooit een wond hebben opgelopen, zijn daar zo van onder de indruk, dat hun hele welbevinden daaraan verbonden wordt.

Mijn kleinzoon was een paar dagen daarvoor op het schoolplein lelijk onderuitgegaan. Op zondag komt hij altijd met zijn vader, moeder en broertje bij ons eten.

En bij het ritueel hoort dan dat we ergens rond de klok van vier uur de bal pakken en bij de basisschool van het dorp lekker gaan voetballen. We schieten naar elkaar over, we proberen te scoren in elkaars doel en we vinden niets leuker dan de bal zo hoog mogelijk de lucht in te trappen.

Het hoort bij het ritueel dat elke afgedwaalde bal door mijn kleinzoon snel wordt opgepikt waarna we weer verder kunnen. Daar ging het mis. Hij wilde te snel, struikelde over zijn nieuwe sportschoenen en lag languit op het asfalt van het schoolplein.

Het duurde even voordat het tot hem doordrong dat hij gevallen was en zijn knie bezeerd had. In die tijd bleef het angstig stil. Pas toen hij de grote schaafwond op zijn knie zag, zette hij het op een brullen.

Het was zijn eerste confrontatie met pijn en bloed. Die maakte zo’n indruk op hem, dat zijn hele leven ervan af leek te hangen.

In de dagen daarna moest hij leren dat een mens meer is dan een pijnlijke knie en dat een schaafwond overgaat. Daar ging best een tijd overheen want bij elke visite deelde hij met iedereen zijn herstel.

Maar inmiddels heeft mijn kleinzoon zijn les geleerd, ook in ander opzicht. Want we voetballen tegenwoordig op het grasveld bij de kerk. Daar kan hij vallen zo veel hij wil, zonder ook maar één schaafwond op te lopen.