Column Leo Fijen: Hemel

Leo Fijen is hoofdredacteur Journalistiek en Levensbeschouwing bij KRO-NCRV. In KRO Magazine schrijft hij wekelijks een column over zaken die hem opvallen of bezighouden. Deze week: je rijk voelen.

Door onze vaste columnist Leo Fijen

In de weken voor Pasen ben ik op een vrijdagmiddag in het verpleeghuis Elisabeth in het oosten van het land. Ik laat het hoge tempo van de mediawereld even achter me en loop door de gangen van het splinternieuwe huis waar de bewoners leven in de laagste versnelling. Langzamer en trager kan het leven niet zijn.

Ik mag de kamer binnen van een oude vrouw die over haar leven vertelt. Ze kan niet zo veel meer, ze heeft ook wat problemen met haar geheugen en ze is afhankelijk geworden. Maar ze is nog rap van tong en koestert wat haar gegeven wordt.

Ze zegt dat ze een rijk mens is. Want ze krijgt bijna elke dag bezoek van een van haar veertien kinderen. Juist op dat moment komt een van haar negen dochters binnen.

Ik zie met eigen ogen hoe moeder reageert op haar dochter en ik begrijp nu ook waarom ze zich rijk voelt: ze wordt gedragen door haar kinderen en weet zich met al haar beperkingen toch zeer geliefd. Ze mag er zijn, zoals ze is, ook in de herfst van haar leven.

Een half uur later zie ik hetzelfde gebeuren bij een oudere man in een rolstoel. Hij kan niet meer lopen na een hersenbloeding en woont in het verpleeghuis. Hij wil niet klagen, ook al kan hij niet meer bij zijn vrouw wonen. Hij wil niet mopperen, ook al kan hij nooit meer op stap met zijn vrienden.

Dan wordt er gebeld en moet hij huilen. Zijn sportmaatjes staan voor de deur, ze komen elke vrijdagmiddag langs, al vijf jaar lang. In de anonimiteit van een verpleeghuis in het oosten van het land gebeuren kleine wonderen.

Waar mensen in de laagste versnelling op de vierkante meter leven, weten ze zich geliefd met naam en toenaam. Ze zijn de moeite waard, ook al kunnen ze niets meer.

Ik rijd als een ander mens terug naar Hilversum. Helemaal als de moeder van veertien kinderen me bij het weggaan lachend vertelt dat haar achternaam Hemel luidt en haar schoonvader Petrus heette. De hemel is ook in het verpleeghuis dichtbij.