Column Leo Fijen: Sirene

Leo Fijen is hoofdredacteur Journalistiek en Levensbeschouwing bij KRO-NCRV. In KRO Magazine schrijft hij wekelijks een column over zaken die hem opvallen of bezighouden. Deze week: de sirene.

Door onze vaste columnist Leo Fijen

Op een stormachtige maandagmiddag loop ik met een grote groep mensen achter de rouwauto. Helemaal vooraan torent het kruis boven alles uit, gedragen door de koster. We trekken van de kapel van het verpleeghuis naar de begraafplaats.

Het zijn beelden die niet meer alledaags zijn, want een religieus teken baant in het openbaar de weg voor een rouwende familie die de overledene teruggeeft aan de aarde.

Het kruis is het meest zichtbare en publieke teken dat levenden en doden vrijmaakt van alle beperkingen en laat delen in de eeuwigheid van Christus. Deze gedachten schieten door me heen en stellen tegelijk een vraag.

Wie heeft er nog besef van deze betekenis? Steeds minder mensen in Nederland, blijkt uit het ene na het andere onderzoek. En toch laat dat kruis niemand onberoerd, want wandelaars en automobilisten reageren onmiddellijk en zoeken de kant van de weg op.

De stoet trekt traag voorbij, ik loop inmiddels zo’n beetje naast de rouwauto en denk aan het leven van de overledene. Hij is me dierbaar geworden in de jaren dat ik hem heb leren kennen.

Want hij heeft me laten ontdekken dat het leven in een verpleeghuis ook kansen kan bieden. Hij heeft me geleerd dat een mens in zijn grootste beperkingen toch nieuwe perspectieven mag ervaren.

Letterlijk zei hij me ooit dat hij zijn beperkingen aanvaardde. Daarmee kwam er vrede in zijn hart. En die vrede schiep de ruimte om alle grenzen voorbij te gaan en het geluk te vinden in de kleinste details.

Geluk zit niet in grote verhalen maar in kleine momenten, leerde hij me. Daar vond hij een nieuwe vrijheid. Mooiste teken daarvan was de hostie die hem bij de eindeloze vrijheid van Christus bracht.

Met dat vertrouwen stierf hij. En in dat geloof wordt hij door de stoet naar zijn laatste rustplaats gebracht.

Daar spreken we dat geloof en vertrouwen hardop uit. We geven hem uit handen. Dan zakt de kist.

En juist op dat moment begint de sirene van de eerste maandag van de maand te loeien. Ik moet glimlachen in mezelf en denk tegelijk: de overledene is al in de handen van God.