Column Leo Fijen: De moeite waard

Leo Fijen is hoofdredacteur Journalistiek en Levensbeschouwing bij KRO-NCRV. In KRO Magazine schrijft hij wekelijks een column over zaken die hem opvallen of bezighouden. Deze week: De moeite waard.

Door onze vaste columnist Leo Fijen

Ze zit bij de wekelijkse viering altijd links vooraan en heeft de beste plek van allemaal. Ze kan geen kant uit want ze is gebonden aan haar rolstoel en heeft in bijna alles hulp nodig.

En toch maakt ze meestal een tevreden indruk. Niet alleen bij de viering, maar ook in de algemene ruimte waar de bewoners het grootste deel van de dag doorbrengen.

Ik leerde haar een paar jaar geleden kennen toen ik me voor het eerst in dit verpleeghuis meldde. Ze woonde er toen net en maakte juist een moedeloze indruk. Ze had eigenlijk nooit in het verpleeghuis terecht willen komen.

Ze vervloekte het moment dat haar leven veranderde door een hersenbloeding. Ze woonde op zichzelf, kon zich goed redden en had vrede met het leven. Dat veranderde van het ene op het andere moment, zoals alles in haar leven werd omgekeerd. Ze moest alles weer leren, van lopen tot zelf wassen.

Ze was haar onafhankelijkheid kwijt en ze had daar veel verdriet van. Ze wilde eigenlijk niet verder leven en liet dat ook blijken. Maar de medebewoners vertelden over hun leven en over nieuwe kansen, ook in het verpleeghuis. Ze sloten vriendschap met deze verdrietige vrouw en gaven haar alleen al door hun aandacht nieuwe adem.

Ik overdrijf niet. Ik heb met eigen ogen kunnen zien dat een vrouw die niet meer verder wil, kan opbloeien. Deze vrouw dronk koffie met vriendinnen, ging weer lezen, durfde te kiezen voor nieuwe hobby’s en kreeg daardoor de ruimte en tijd om vrede te sluiten met haar afhankelijkheid.

Natuurlijk, ze baalt er nog steeds van als het te lang duurt voordat ze eindelijk met hulp van verzorgers onder de douche mag. Ze heeft soms nog tranen in haar ogen als ze een moeilijke dag heeft. Maar de vrouw die haar leven voltooid achtte, ontdekte een nieuw perspectief in het verpleeghuis.

Met dank aan al die vrijwilligers, de verzorgers, haar medebewoners. Zij lieten merken dat ze de moeite waard is. Als ik haar op zondag in de kapel zie, lacht ze me tegenwoordig toe. Ik geef haar dan een kus op beide wangen.