Column Leo Fijen: Huub Oosterhuis

Leo Fijen was tot november 2019 hoofdredacteur Levensbeschouwing bij KRO-NCRV daarna is hij deels met pensioen gegaan en zal hij als presentator aanblijven en adviezen geven aan de directie op het gebied van levensbeschouwing. In KRO Magazine schrijft hij wekelijks een column over zaken die hem opvallen of bezighouden.

Mijn vader kon al maanden niet meer goed zingen met een hese stem die steeds zwakker werd. Zijn dood was niet meer ver weg, in het Kennemer Gasthuis te Haarlem.

Vlak voordat hij naar huis zou gaan om te sterven, vierden mijn vrouw en ik Pasen met hem in het ziekenhuis, alweer zestien jaar geleden. Mijn vader zat tussen ons in en vroeg zuchtend van de pijn of we hem naar zijn kamer boven wilden brengen. Hij hield het niet meer uit op zijn stoel tijdens de oecumenische viering in de aula van het ziekenhuis. Totdat het koor ging zingen en juist op dat moment een tekst van Huub Oosterhuis inzette. ‘Die naar menselijke gewoonte met een eigen naam genoemd werd toen hij in een ver verleden werd geboren, ver van hier’, zo luiden de eerste regels.

En mijn vader bleek deze tekst uit zijn hoofd te kennen. ‘Die genoemd werd: Jesjoe, Jezus, zoon van Jozef, zoon van David, zoon van Jesse, zoon van Juda, zoon van Jacob, zoon van Abram, zoon van Adam, zoon van mensen’, hoorde ik mijn vader zachtjes zingen zonder in het liturgieboekje te kijken. En een paar strofen verder gebeurde het wonder van de terugkerende stem. Met een geluid dat ik al maanden niet had gehoord klonken woorden die ik sindsdien kan dromen: ‘Die gestrooid is in de akker als het kleinste van de zaden, die daar wacht een lange winter in de stilte van de dood, die als graan geoogst zal worden, die als brood gedeeld zal worden om in mensen mens te worden’.

Mijn vader had al meer dan een jaar niet kunnen zingen in zijn kerkkoor en vond zijn diepste stem terug, op de drempel van zijn dood. De woorden van Huub Oosterhuis tilden hem op uit zijn pijnlijke ziekte en brachten voor even alle leven in hem terug. ‘Die, verborgen in zijn God, onze vrede is geworden, onze ziel tot rust gekomen, die ons groet vanuit zijn verte, die ons aankijkt van dichtbij als een kind, een vriend, een ander’, zong mijn vader inmiddels met vaste stem. De verrezen Christus was niet meer ver weg, de eeuwigheid dichtbij. Zo heeft Huub Oosterhuis velen thuis laten komen bij God. Moge deze bijzondere mens nu zelf rusten bij God.

Deze column van Leo Fijen staat in KRO Magazine 16. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Reageren? mailbox@kromagazine.nl of Postbus 23200, 1202 ED Hilversum