Column Leo Fijen: Gelijkspel

Leo Fijen was tot 1 november 2019 hoofdredacteur Levensbeschouwing bij KRO-NCRV daarna is hij deels met pensioen gegaan en zal hij als presentator aanblijven en adviezen geven aan de directie op het gebied van levensbeschouwing. In KRO Magazine schrijft hij wekelijks een column over zaken die hem opvallen of bezighouden.

Laatst stond mijn vrouw in de supermarkt bij de kassa te wachten toen een klein meisje zich ineens tot de kassière richtte en iedereen verraste met de volgende woorden: “Jij bent een pannenkoek.” Daarop sprak haar moeder de kleuter vermanend toe: “Dat mag je niet zo zeggen. Dat weet je toch.” Waarna de dreumes van twee turven hoog heel ad rem reageerde met de dodelijke reactie: “U bent een pannenkoek.” Mijn vrouw hoorde het aan en genoot met volle teugen van de onbevangenheid van dit meisje die dacht haar moeder een plezier te doen maar niet begreep dat je een kassière geen pannenkoek mag noemen.

Kinderen zijn rechttoe rechtaan en nemen geen blad voor de mond. Dat is precies de reden dat mijn vrouw al een paar jaar in een mooi schriftje de bijzondere opmerkingen van onze kleinkinderen op papier zet. Als je dat niet doet, glijdt de tijd door je vingers en ontglipt de speelsheid van kleinkinderen aan je herinnering. Onze jongste kleinzoon is een meester in verrassende woorden. Toen hij nog wat jonger was, zei hij vaak dat hij boos was. Mijn vrouw was het meer dan zat telkens dat woord te horen en maakte het hem goed duidelijk. Waarna Sam in al zijn wijsheid zei: “Ik ben niet boos, ik ben kwaad.” Omdat hij vaak op de gekste momenten naar de wc moet, vraagt mijn vrouw hem bij vertrek steeds weer: “Sam, moet je nog even plassen?” Hij reageert onmiddellijk: “Nee, jij wel?” Om bij het weggaan de rollen nog eens om te draaien en aan oma te vragen: “Heb je de sleutels bij je?”

Kleinkinderen geven ook vaak woorden waar grote mensen bijna verlegen zwijgen en niet weten hoe ze de overleden opa ter sprake moeten brengen. Sam maakt daar geen punt van en zegt plompverloren: “Het zou handig zijn als er twee opa Jannen zijn, een levende en een dode. Want opa Jan kon altijd zo lekker in mijn nek kriebelen.” Kleinkinderen vertederen en leggen verbanden die wij vaak niet zien. Sam is bezig met cijfers. Dus vraagt oma: “Hoeveel is vier plus vier?” Sam hoeft niet lang na te denken en antwoordt zonder blikken of blozen: “Een gelijkspel.”

Deze column van Leo Fijen staat in KRO Magazine 8. Bent u geen abonnee maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Reageren? mailbox@kromagazine.nl of Postbus 23200, 1202 ED Hilversum