Voice-over David Attenborough constateert in de documentaire Giraffen, Afrika’s vriendelijke reuzen dat het leven van de giraf eigenlijk nooit goed is bestudeerd. Uitgerekend het dier dat boven alles en iedereen uittorent, is door wetenschappers en natuurbeschermers simpelweg over het hoofd gezien! Helaas was de giraf wel in het vizier bij trofeeënjagers en stropers. Zij hebben zich behoorlijk uitgeleefd, ten koste van dit prachtige dier. ‘Een geruisloze uitroeiing’ noemt Attenborough het. Want terwijl iedereen weet hoe slecht het met de wilde olifant gaat (er zijn er nog zo’n driehonderdduizend), dreigt de wilde giraf, waarvan nog maar pakweg negentigduizend exemplaren rondlopen, in stilte van de aardbodem te verdwijnen.
In de documentaire leren we dat het aantal giraffen in het wild in de laatste vijftien jaar met 40 procent is afgenomen. Maar het goede nieuws is dat er een man rondloopt die dat in de gaten kreeg. Dr. Julian Fennessy zet zich al twintig jaar in voor het behoud van de giraf. Giraffen, Afrika’s vriendelijke reuzen laat zien hoe Fennessy en zijn vrouw Steph knokken voor het dier dat hun hart heeft gestolen. Geen stroper, geen oliemaatschappij en zelfs geen rivier kan hen tegenhouden. Zoals blijkt wanneer ze hun uitdagendste project tot nu toe aanpakken: het verhuizen van twintig giraffen naar veiliger gebied aan de andere kant van de Nijl.
Uitgeroeid
Gelukkig zijn er dus nog kansen voor deze elegante schoonheid uit Afrika. Dankzij een Australiër nota bene. Dr. Julian Fennessy viel twintig jaar geleden als een blok voor de mooiste ogen van het hele dierenrijk. Hij richtte de Giraffe Conservation Foundation (GCF) op, de enige organisatie ter wereld die zich specifiek inzet voor het behoud van de giraf. “Giraffen zijn al uitgeroeid in zeven landen in Afrika. Dat zal niet verdergaan zolang ik hier ben”, zegt Fennessy vastbesloten. Julian en Steph runnen de GCF vanuit hun huis in de Namibische hoofdstad Windhoek, waar ze met hun twee kinderen van zeven en tien jaar wonen.
Fennessy ontdekte dat giraffen in droge gebieden zonder water kunnen leven en voldoende vocht halen uit de bladeren die ze eten. Hij toonde ook aan dat hun poep een cruciale rol speelt bij de instandhouding van de Afrikaanse natuur, omdat giraffen als enige bepaalde zaden verspreiden. Maar het DNA-onderzoek bij alle giraffenpopulaties in Afrika is verreweg Fennessy’s belangrijkste bijdrage als wetenschapper en als natuurbeschermer. Algemeen nam men aan dat de giraf één soort was met een aantal ondersoorten. Fennessy vermoedde echter dat er vier of vijf verschillende giraffensoorten bestaan.
Het hele artikel leest u in KRO Magazine 38. Bent u geen abonnee maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.
Giraffen, Afrika’s vriendelijke reuzen is op vrijdag 29 september om 19.20 uur te zien op NPO 2.
Tekst: Bea Kastrop
