De gastvrijheid van Nederlanders

Redacteur Bea had een paar maanden geleden een interview met de Syrische vluchteling Yousif. Op een doodgewone doordeweekse middag werd ze door zijn moeder warm onthaald in hun appartement in Utrecht.Daar wachtte een compleet buffet aan hapjes en drankjes. Warm en koud, zoet en hartig. Speciaal voor Bea bereid. Het leek wel feest! En dat terwijl zij de enige gast was.

Gastvrijheid op z’n best: de hele dag in de keuken staan voor iemand die je nog nooit hebt ontmoet. Als je bij een Nederlander op de thee gaat, krijg je bij wijze van spreken één koekje uit de trommel, die vervolgens direct weer in de kast verdwijnt. Zo zijn er allerlei voorbeelden van het verschil in gastvrijheid tussen Nederlanders en andere culturen. Grappig genoeg gaat die meestal gepaard met eten: kennelijk gaat niet alleen de liefde, maar ook gastvrijheid door de maag.

Niets in huis

Zo schuiven Nederlanders niet zomaar spontaan bij elkaar aan voor het avondeten. Als we elkaar willen zien, dan bellen of sms’en we eerst om een afspraak te maken – soms weken van tevoren. Als er onverwacht bezoek op de stoep staat, dan schrikken we bijna (‘maar ik heb niets in huis!’).

We koken precies de hoeveelheid die we nodig hebben. Anders moeten we eten weggooien en dat is zonde. En als je als kind aan het spelen bent bij een Nederlands gezin, dan is het om half zes: ‘We gaan zo eten.’ Met andere woorden: tijd om naar huis te gaan.

In veel andere culturen is het juist gebruikelijk om gewoon aan te komen waaien als je daar zin in hebt. Daarom wordt door onder anderen Surinamers altijd meer gekookt, zodat er altijd eten is voor onverwachte gasten. In veel culturen staat er zelfs áltijd eten klaar. En als je bij een Italiaans gezin aan het spelen bent, dan is het: ‘We gaan zo eten, eet je gezellig mee?’

Calvinistisch

Natuurlijk zijn deze voorbeelden een beetje aangedikt en zal niet iedereen zich erin kunnen vinden. Ook onder Nederlanders zijn er verschillen in gastvrijheid, net zoals die er onder Marokkanen, Surinamers en Italianen zijn. Maar feit is wel dat Nederlanders als niet (of in ieder geval minder) gastvrij worden gezien – niet in de laatste plaats door onszelf. Hoe komt dat?

Meerdere factoren lijken mee te spelen. Vergeleken met bijvoorbeeld de Marokkaanse cultuur, zijn Nederlanders erg op zichzelf gericht. Familiebanden zijn minder belangrijk. Het leven speelt zich voornamelijk binnen de vier muren van ons huis af. We zijn gewend om onze eigen boontjes te doppen in plaats van op elkaar te leunen.

Daarbij is Nederland een afsprakenland: onze agenda’s zitten vaak zo volgepland, dat we niet eens tijd hebben om spontaan bij iemand langs te gaan. Of zijn we wellicht bang dat mensen niet op ons zitten te wachten?

Misschien heeft onze calvinistische aard er ook iets mee te maken: het is zonde om eten weg te moeten gooien. Daarom koken we precies genoeg en vinden we het vervelend als gasten zich onverwachts aandienen, want dan kunnen we niets aanbieden. Daarbij is eten in Nederland iets dat ‘moet’, het liefst stipt om zes uur, in plaats van een sociale gebeurtenis die de hele avond kan duren.

Maar klopt het eigenlijk wel, dat Nederlanders niet gastvrij zijn? Of is het gewoon een andere manier van gastvrij zijn? Want als Nederlanders eenmaal een afspraak met vrienden of familie hebben staan, dan doen we extra ons best om wat lekkers op tafel te zetten en het gezellig te maken.
En dan hebben we ook écht de tijd voor elkaar. In Nederland is het meer: je bent altijd welkom, maar wel graag eerst even bellen.

Welkom, maar…

En is het erg dat wij op een andere manier gastvrij zijn? Misschien wel niet. Want onbegrensde gastvrijheid kent ook nadelen: geen nee durven zeggen als die vervelende oom en tante alweer op de stoep staan, bijvoorbeeld. Of een uitnodiging om mee te eten niet durven afslaan, omdat je dan de gastvrouw misschien beledigt.

Gastvrijheid kan dus – hoe paradoxaal – ook beklemmend werken. Misschien moeten we het beste van twee werelden nemen: dat Nederlanders wat vaker spontaan bij elkaar op bezoek gaan en andere culturen wat vaker nee zeggen. Want zeg eens eerlijk: het is soms toch best leuk om onverwacht bezoek te krijgen?